Onder meer Intel, General Electric en de bankbedrijven Citigroup, JPMorgan
Chase en Goldman Sachs zullen hun resultaten presenteren.

De Dow-Jonesindex van dertig grote bedrijven eindigde met een verlies van 0,3
procent op 8057,81 punten. De breder samengestelde S&P 500 won 0,3 procent
tot 858,73 punten. De index van de schermenbeurs Nasdaq steeg 0,1 procent
tot 1653,31 punten.

Donderdag, de laatste handelsdag voor een lang paasweekeinde, stegen de
koersen nog sterk nadat het bankbedrijf Wells Fargo een onverwacht goede
winstprognose had bekendgemaakt. Wall Street zat toen al vijf weken in de
lift. De S&P 500 won sinds een dieptepunt op 9 maart meer dan een kwart aan
waarde.

Citigroup hoger
Wall Street bleef maandag vertrouwen houden in de financiële sector. Citigroup
sprong zelfs meer dan 20 procent omhoog, evenals verzekeringsconcern AIG.
Beleggers leken ook een voorschot te nemen op General Electric. Het aandeel
van het conglomeraat kreeg er 7 procent bij.

General Motors was een van de grootste verliezers. Beleggers reageerden op een
bericht in The New York Times, dat stelde dat de Amerikaanse regering
aanstuurt op een ‘chirurgisch’ bankroet van de autofabrikant. Daar zouden
aandeelhouders wel eens de dupe van kunnen worden, zo werd gevreesd op Wall
Street. Het aandeel GM daalde meer dan 16 procent tot 1,71 dollar.

Boeing zat ook in het verdomhoekje met een koersdaling van 5 procent. Het
vliegtuigbouw- en defensieconcern had eind vorige week gewaarschuwd dat de
winst in het eerste kwartaal is aangetast doordat het lagere prijzen moest
vragen voor zijn vliegtuigen en minder grote vliegtuigen produceerde.

Lagere olieprijs
Olieconcerns als ExxonMobil en Chevron verloren eveneens terrein. Dit kwam
door een daling van ruim 4 procent van de prijs van een vat olie tot onder
de 50 dollar. Het Internationale Energiebureau (IEA) had vrijdag zijn
ramingen voor de energieconsumptie in 2009 stevig naar beneden geschroefd.
De vraag naar benzine daalt mogelijk naar niveaus die sinds het begin van de
jaren tachtig van de vorige eeuw niet meer zijn gezien.

Op de valutamarkt in New York kostte een euro 1,3380 dollar. De Europese
munteenheid was donderdag gesloten op 1,3160 dollar.

De Europese beurzen hielden maandag hun deuren gesloten vanwege de viering van
Tweede Paasdag. In Tokio sloot de Nikkei-index met een verlies van 0,4
procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl